Het Egyptische Amduat gaat voornamelijk over twee vragen waarmee de mensheid zich vanaf het begin mee heeft beziggehouden: Wat gebeurt er met de zon tussen zonsondergang en zonsopgang? Wat gebeurt er als we doodgaan? De term Amduat, ‘Dat wat in de onderwereld is’, verwijst in het algemeen naar de geïllustreerde ’boeken’ die de nachtreis en verjonging van de zonnegod in de onderwereld beschrijven. De eigenlijke titel van het Amduat is; ‘Beschrijving van de verborgen kamer’, (d.w.z. het hiernamaals). Het is het vroegste boek van dit type en werd model voor een heel literatuurgenre, waartoe ook ‘Het Poortenboek’ en ‘Het Holenboek’ behoort. De uitgebreide benamingen benadrukken de kennis die deze boeken moeten brengen over het hiernamaals en geeft tegelijkertijd blijk van de inhoud.
In het graf van Thoetmosis III vinden we de volledige weergave van het Amduat. De tekeningen zijn voorzien van hiërogliefenteksten. Het geheel is uitgevoerd in rood en zwart tinten. Rood werd gebruikt om ergens nadruk op te leggen. Verder is de woestijn aangegeven met roze-rode stroken en water werd verbeeld door blauwe stroken.
Het Amduat beschrijft de reis van de zonnegod door de twaalf uren van de nacht. De focus ligt enerzijds op de acties en toespraken van de god, anderzijds op de beschrijving van de bewoners van het Amduat, hun functies en de magische spreuken, die nodig zijn voor een veilige reis. De eigenlijke plaats van de onderwereld bevindt zich in het lichaam van Nut, de godin van de hemel. Elke ochtend bevalt ze van de zon, die gedurende de dag langs haar lichaam reist. Bij zonsondergang slokt ze de zon weer door haar mond naar binnen en deze reist dan terug door haar lichaam, om de volgende ochtend herboren te worden.
De onderwereld-boeken zoals bv het Amduat of het Poortenboek zijn ontstaan doordat de oude Egyptenaren er voor wilden zorgen dat de ziel, van de overledenen goed overging naar het hiernamaals. Ze namen voorzorgsmaatregelen zodat de ziel ‘intact’ over kon gaan naar het leven wat na de dood wachtte. Men ging er vanuit dat men na de dood naar ‘het land in het westen ging’.
In het oude Egypte achtte men het leven na de dood dusdanig belangrijk, dat hier vele teksten aan gewijd zijn. Deze ‘boeken’ geven veelal aanwijzingen hoe de ziel veilig naar ‘Het Westen’ kan reizen. In iedere tijdperiode ontstonden er ook weer nieuwe boeken die een uitbreiding of aanvulling gaven op reeds bestaande boeken. Deze teksten en afbeeldingen zijn voor ons moderne mensen soms maar moeilijk te begrijpen, zeker als we de teksten en afbeeldingen in de graven en tombes in ogenschouw nemen. Om het Amduat te kunnen begrijpen wil ik u eerst introduceren in de mythe van Osiris. Dit is misschien wel de belangrijkste onderwereld mythe, waarin Osiris sterft en weer tot leven gewekt wordt.
De Mythe van Osiris:
Osiris was gelukkig getrouwd met zijn zuster Isis. Hij regeerde als een geweldig koning. Helaas werd zijn broer Seth vreselijk jaloers, op zijn succes als koning en op zijn gelukkig huwelijk. De zaak werd nog erger toen Nephtus de vrouw van Seth, Osiris ging misleiden en verleiden. Ze dacht dat Osiris ook haar echtgenoot kon zijn. Seth bedenkt daarop het snode plan om van Osiris af te geraken. Hij laat een kist maken die de exacte lichaamsafmetingen heeft als Osiris. Hij verleidt Osiris om plaats te nemen in deze kist. Osiris stapt in de kist en wordt gedood door Seth. Deze sluit de kist.
Met kist en al wordt Osiris door Seth aan het water van de Nijl toevertrouwd. Isis rouwt om de dood van Osiris en gaat op zoek naar de kist. Ze gaat naar Byblos en Phoenecia om ook daar te zoeken. Uiteindelijk vindt ze daar de kist en ze bevrijd Osiris. Seth komt hier achter en wordt nog veel bozer. Hij hakt het lichaam van Osiris in veertien stukken en hij verspreid deze over heel Egypte. Isis zoekt Egypte af, om alle veertien delen van Osiris zijn lichaam te verzamelen. Ze slaagt hierin op een deel na. Enkel zijn penis kan ze niet vinden. Ze voegt de gevonden delen van zijn lichaam weer samen en brengt Osiris tot leven. Spijtig genoeg, omdat Osiris niet compleet is, kan hij niet meer als koning over Egypte heersen. Ook kan hij hierdoor niet meer de onderwereld betreden, als koning van de doden. Ze maakt een penis uit klei van de Nijl, om Osiris te completeren en begraaft zijn lichaam. Voortaan is Osiris koning over de onderwereld.
Deze mythe is in feite het framewerk voor de onderwereld-boeken. Het leert ons hoe belangrijk in het oude Egypte het ‘verzorgen’ van het lichaam van de doden was. Na het overlijden moest deze zo goed mogelijk behouden blijven. Om goed in het hiernamaals te geraken moest een lichaam deugdelijk worden begraven en geconserveerd, door bv mummificatie.
Hoe de Egyptenaren het hiernamaals zagen is voor ons mede ook moeilijk te begrijpen, omdat ze een hele ander beeld van de ziel hebben, als dat wij die kennen. In het oude Egypte werd gedacht dat de ziel uit twee delen bestond; de Ba en de Ka. De Ka werd gezien als het spirituele dubbel, de levenskracht, persoonlijkheid en schaduw. Na de dood verlaat de Ba het lichaam. De Ka blijft in het graf. Deze kon het lichaam bewonen, maar kon ook in een beeld wonen. Om die reden gaf men ook een Ka-beeld mee het graf in. Het Ka-beeld moest lijken op de overledene. De Ka kon dan het Ka-beeld bezielen. Bezoekers aan de graftombe konden offers aan het Ka-beeld brengen.
De Ba verlaat na de dood het lichaam en kan ‘geactiveerd’ worden. Dit is het gedeelte van de ziel welke de oversteek na het hiernamaals moet maken en deze reis moet voltooien. We kunnen dit deel zien als de goddelijke vonk. Deze ontvangt de volle glorie aan het eind van zijn reis. Het doel van de reis van de Ba is deze te complementeren met de Ka. Aan het einde van de reis worden de Ba met de Ka aldus verenigen, om een Akh te worden. Om dit proces goed te laten verlopen kenden de Egyptenaren verschillende spreuken en toverformules.
De Akh moeten we zien als de verheerlijkte ziel. De Akh kan vrijelijk in de vorm van een vogel tussen de werelden reizen en kan gezien worden als een getransfigureerde geest van licht. Deze verheerlijkte ziel werd gezien als gelijke van de goden.
Met in gedachten de Osiris mythe en het begrip van de Ka, Ba en de Akh, kan de reis door de Amduat aanvangen. Iedere reis heeft echter een goede landkaart nodig. De oude Egyptenaren kenden verschillende van dergelijke ‘kaarten’. Een paar voorbeelden zijn; ‘Het Amduat’, ‘Het boek van Twee wegen’, ‘Het Holen boek’ en ‘Het Poorten boek’. Het boek van Twee wegen werd bijvoorbeeld in de sarcofaag afgebeeld. het Amduat en Het Poorten boek werden in de tombes afgebeeld. Het Amduat en Het Poorten boek zijn nauw aan elkaar verwant. Beide boeken zijn verdeeld in twaalf uren, kennen Ra’s reis door de onderwereld en beginnen bij zonsondergang. Ze beelden beide dezelfde route uit die de gestorvene moet afleggen. We kunnen zeggen dat de Egyptenaren al deze teksten als mythisch correct zagen. Dwz als het ene boek niet werkte, wellicht dat het andere zou kunnen helpen als handvatten op de reis door de onderwereld, naar het hiernamaals. Daarom werden vaak meerdere boeken in een sarcofaag, of tombe meegegeven.