Boven register vijfde uur

Namen van een godin en negen goddelijke standaarden:
329 (godin): Godin van het Westen . Zij die in het water van verjonging is.
330 (goddelijke standaard met witte kroon): Zuidelijke Goddelijke symbool van Khepri
331 (goddelijke standaard): Goddelijke symbool van Shu
332 (goddelijke standaard): Goddelijke symbool van Tefnut
333 (goddelijke standaard): Goddelijke symbool van Geb
334 (goddelijke standaard): Goddelijke symbool van Nut
335 (goddelijke standaard): Goddelijke symbool van Osiris
336 (goddelijke standaard): Goddelijke symbool van Isis
337 (goddelijke standaard): Goddelijke symbool van Nephthys
338 (goddelijke standaard met rode kroon): Noordelijke goddelijke symbool van Horus van de onderwereld

Tekst bij de godin:
<Woorden gesproken door deze grote god: (Godin van West)
“O, Westen! geef uw armen! Volmaakt is de grote weg in het binnenste van de aarde,
de weg van de tombes, rustplaats van mijn goden.
Moge gij ademen, o gij enneade van goden, die uit mijn vlees zijn voortgekomen.
Manifesteer uw vormen; moge uw taak voortduren.
Wanneer jullie mij groeten, bescherm ik jullie.
Jullie zijn degenen die ik heb bevolen onbenaderbaar te zijn,
terwijl jullie mij begroeten in het land van het westen.”>

Tekst bij de negen goddelijke standaarden:
<Deze taak van deze goden in de onderwereld. Zij bestaan op deze wijze.>

Het vijfde uur start met een godin(329), met haar beide armen voor zich uit opgeheven. Ze draagt een veer op haar hoofd. Zij wordt aangeduid als ‘godin van het westen, bij de Zonnegod’. Zij staat tegenover negen vlaggen(330-338)(Goddelijke standaard).

Een vlag is in hiërogliefenschrift het schriftteken voor ‘god’. Deze vlaggen zijn de goddelijke standaarden (nṯr-tekens); de eerste draagt een witte kroon, de laatste een rode kroon. Samen staan ze symbool voor de Grote Ennade.

Vijf schrijdende godheden met verschillende attributen:
339 (god): Hij die behoort tot het water van de verdronkenen
340 (god): Bewakers van de oevers
341 (god met valken-hoofd): Hij met levend hart
342 (krokodil-hoofdige god): Oerling van de tegen-hemel
343 (jakhals-hoofdige god): Anubis van de kist

Reliëf uit KV 17, de tombe van Seti I
Gang D
Amduat, scène uit het 5e uur. Detail, god 339.

Tekst boven  deze  vijf goden:
<Woorden gesproken door deze grote god:
“Mogen jullie bij jullie water staan.
Mogen jullie je rivier-oevers bewaken.
Moge jullie vloedwater geven aan de drijvenden die in de Nun zijn.
Mogen jullie hen aan land zetten aan de oevers van de vloed.
Het water behoort jullie, het zal niet opdrogen!
Mogen jullie oevers hoog zijn en en laat hen niet droog vallen (kaal zijn).
Mogen jullie armen gebogen zijn voor de ‘Oversteker van het water'(Ra),
om aan jullie voorbij te gaan in vrede.
Zij zijn degenen die behoren tot van het water van de drijvenden in de Onderwereld (Duat).
Hetgeen zij moeten doen is het (laten) komen van de bark.”>

Voor de vlaggen staan vijf goden. Twee zijn zonder attributen(339-340). De derde heeft een haviks-hoofd(341). De vierde heeft een krokodillen-hoofd(342). Voor de heuvel staat Anubis(343). Alhoewel er hier geen water te zien is, verwijst de hiërogliefentekst naar de ‘apotheose door verdrinking’. Dit wordt verder uitgewerkt in het tiende uur.

Naam bij de kist en de namen van twee godinnen:
344 (grḥ-hiëroglief): Duisternis
345 (vogel): Isis
346 (vogel): Nephthys

Tekst bij de kist:
<Woorden gesproken door deze grote god:
“Moge jullie je kist bewaken.
Moge jullie stem luid zijn en jullie woorden waarheidsgetrouw!
moge dit beeld dat jullie bewaakt verhuld zijn.
moge jullie je vleugels spreiden en jullie plichten doen.
Dat ik jullie in vrede mag passeren.”>


KV 11 / Tombe Ramses III, boven register vijfde uur. (440-347) en midden register (373 en 374)

In het midden van het boven register  zien we een grote heuvel,  “kist” genaamd. Deze wordt bekroond door een hiëroglief voor “nacht”(344). Aan weerszijden wordt de kist geflankeerd door twee treurende wouw-vogels. Deze vogels zijn Isis(345) en Nephthys(346). Het is de grafheuvel van Osiris. Deze  kist (sarcofaag) wordt bewaakt door Anubis en wordt ‘duisternis’ genoemd. uit de bodem van kist komt de verjongde zon, als een mestkever tevoorschijn. Hij grijpt een touw uit het middenregister vast. Dit stelt de nachtelijke gestalte van Ra voor, in de vorm van de scarabee Khepri. Het is in feite de verbeelding van de gehele onderwereld, waarin de zonnegod en Osiris verjongen gedurende de nacht. Ze  her-verschijnen als scarabee in de ochtend.

Slang (zonder naam):
347 (tweekoppige slang): blanco

Tekst bij de tweekoppige slang: 
<Woorden gesproken door de majesteit van deze grote god:
“O! onbenaderbare (slang), zet voor mij uw twee leden uit elkaar.
Open voor mij uw windingen! Moge uw twee leden uit elkaar staan, uw windingen open en uw twee gezichten in de aarde!

Gij zult naar mij  geen (vuur)spuwen,
noch zult gij pijlen schieten tegen degenen die in mijn gevolg zijn,
dat ik u in vrede mag passeren.”

Hij leeft van de stem van Ra, dag na dag,
zonder ooit uit te gaan naar een (andere) plaats in de Onderwereld (Duat). Hij verblijft bij de kist van Kheperi.>

We zien een slang met twee koppen(347) die, naar links, richting grafheuvel. Hij kijkt naar de kist met het opschrift “Nacht”.

Namen van acht goden:
348 (god): hij die de goden tevreden stelt.
349 (god met spitsmuis-hoofd): Voor wie de Westerlingen bang zijn
350 (god met stieren-hoofd en korte horens): Staf
351 (god met stieren-hoofd en lange horens): Verslinder
352 (god met schaduw-teken achter zijn hoofd): Gehoornde
353 (god gekroond met maat-veer): Brengen van Ma’at
354 (naar achteren kijkende god die twee opgerolde touwen vasthoudt): Achterwaarts gerichte die vangt met de Lasso
355 (god met rams-hoofd): De Ba-Ziel aan wie de verdoemden toebehoren
356 (godin met afbeelding van een liggende figuur): De vernietiger, die de verdoemden in stukken hakt.

Reliëf van KV 17, het graf van Seti I
Gang D, boven register uur 5, god 349,350, 351.
Deze hellende gang is gedecoreerd met het vierde en vijfde uur van de Amduat op de rechter (noordwest) en linker (zuidoost) muur.  

Er staan acht goden in verschillende vormen met verschillende attributen, ze schrijden naar rechts.
Dit zijn de ‘slachters’ van de vijanden van Osiris. (348-355)

Korte tekstlijn boven de acht slagers:
<Zij zijn het die de verdoemden in de onderwereld straffen.
Wat zij moeten doen is elke dag de lijken van de verdoemden verbranden met verzengende adem uit hun mond.>

Lange tekst boven de acht slagers:
<Woorden gesproken door de majesteit van deze grote god: “O slachters, behorende tot het slachtblok, die zich bezighouden met het straffen van de verdoemden.

Moge uw woorden opklinken en moge uw magie geniaal zijn!
Doelmatigheid voor uw Ba-zielen, sterkte voor uw kracht!
Vermorzel de vijanden, vernietig de verdoemden,
en snijd de schaduwen van hen die vernietigd worden!
Gestraft worden al uw verdoemden!

Jullie zijn degenen die zich tot Osiris richten,
die vragen naar het volmaakte-zijn (Osiris).
Mogen uw messen scherp zijn,
uw slachtblokken vernietigend en uw touwen strak.
Mogen uw armen zich vasthouden aan het beeld waaronder u zich schaart, dat ik jullie in vrede mag passeren.”>

Tegenover de slagers(348-355), Geheel rechts staat een godin, naar links kijkend die een (dode) vijand vasthoudt. (356)

Tekst bij de Godin:
<Zij leeft van het bloed van de doden, bestaande uit de proviand die deze goden geven. Degene die haar kent zal haar in vrede zal passeren.>

Dit bericht is geplaatst in Het vijfde uur. Bookmark de permalink.