Naam van de Poort: ‘Hij die alles verslindt’
Naam van de goden: ‘Ba-zielen van de Duat’
Naam van de godin: ‘De wijze die haar Heer beschermt’
Naam van de Wachter: ‘Dubbele vlammen’
Inleidende tekst van het tweede uur:
<“Het rusten in Wernes, door de majesteit van deze god.
Het doorroeien van Iaru in het (Net) vloedwater van Ra.
309 iteru (mijl) is de lengte van dit veld; 120 mijl is de breedte.
Deze grote god deelt land-percelen uit aan de goden op deze plaats.
De naam van het uur van de nacht dat deze god begeleidt is ‘De wijze die haar Heer beschermt.’
De naam van de poort van deze plaats is ‘Hij die alles verslindt‘.
Wanneer deze grote god landbouwgronden toekent aan de Duat-goden,
verzorgt hij hen op dit veld.
Het kennen van de Duat-bewoners!
Indien hij hun namen kent, dan zal hij bij hen zijn.
Deze grote god wijst hem akkergrond toe, bij hun plaatsen in het veld van Wernes.
Hij neemt zijn plaats in bij de verblijfplaats van de Ba-zielen.
Zoals hij in het gevolg van de grote god gaat, zo gaat hij de aarde binnen en opent hij de Onderwereld (Duat).
Hij ontvlecht de lokken van de Haarlok-dragers.
Hij zal voorbij trekken aan de ‘Ezel-verslinder‘ in navolging van ‘Ma’at van het perceel’
Hij zal brood eten bij de bark van de aarde en men zal aan hem het voortouw geven van de zonne (Tebiu)-bark.
Deze beelden van de Ba-zielen, van de Bewoners van de Onderwereld zijn geschreven volgens deze vorm, in het verborgen van de Onderwereld (Duat), het begin van het geschrift is naar het Westen. Men offert aan hen op aarde, in hun namen.
Het is nuttig voor een mens op aarde, een ware remedie – een miljoen keer (aangetoond).”>
Tombe van Ramesses V-VI
Gang G. Bpven en midden register uur twee.
De zonnegod en zijn bemanning hebben het einde van het tussengebied bereikt van het eerste uur. Zeilend door de poort genaamd “Hij-die-alles-verslindt,” betreden ze de wateren van een waarlijk vruchtbaar gebied van paradijselijke schoonheid. Zij die op de oevers van de rivier wonen, begroeten hen hartelijk met gejubel en blijdschap.
Het tweede uur toont de vruchtbare velden van Wernes. Deze velden worden geïrrigeerd door het oer-water van Nun. Hieruit komt al het leven tevoorschijn. De Nun symboliseert de wereld van vóór de schepping en verschijnt aan het einde van het zesde uur in menselijke vorm.
Graf van Ramesses V-VI
Gang G
Detail van het tweede uur van de Amduat. Het toont de reis over het water van Wernes.