Beneden register tweede uur

Annotatie bij het gehele register:
<Zij bestaan op deze manier. Zoals zij deze grote god loven met hun seizoenstekens,
zo loven zij hem met de jaartekens die ze in hun handen houden.
Deze grote god geeft bevelen aan hen,
met als resultaat dat zij tot hem roepen.
Het is van de stem van deze grote god dat zij leven;
het is wanneer hij tot hen roept dat hun kelen ademen,
hij wijst hen hun functies toe,
en hij biedt hen planten aan op hun velden
Zij zijn het die de goden voeden die in het gevolg van Re zijn,
met de groene planten die in de velden van Wernes zijn.
Zij zijn het die water geven aan de (werkzame) Akh-geesten, zoals deze grote god beveelt.
Zij zijn het die de verterende vlam ontsteken om de vijanden van Re te verbranden.
Zij zijn het die de harten in het vuur gooien.
Dan schreeuwen zij het uit, en zij treuren wanneer deze grote god hen passeert.
‘Hij die in de vlam is”, is de bewaker van dit gebied.
hij die ze kent is een welvoorziene Akh-geest, die zij beschermen. >

Ra kent in het tweede uur landrechten toe aan de graangoden. Het zijn de ‘boeren’ van Wernes, de arbeiders in de velden van het hiernamaals. Ze produceren vers voedsel voor de gezegende doden.


Vier godheden, met de benen uitgestrekt alsof ze rennen, met gebogen armen.
De eerste drie houden seizoenstekens vast, terwijl de vierde figuur een mes draagt.
170 (rennende god met seizoensteken): Hij die de seizoenen geschieden houdt
171 (rennende god met seizoen-teken): Bewaker van de seizoenen
172 (rennende god met seizoen-teken): Drager
173 (rennende god met mes): Arm die draagt

Zes goden: de eerste drie houden jaartekens vast, terwijl de volgende drie sterren vasthouden.
174 (god met jaarteken): Hij van het jaar
175 (god met jaarteken): Hij van de korenschoof
176 (god met jaarteken): Rekwestrant
177 (god met ster): Hij van  het licht
178 (god met ster): Grote jeugd
179 (god die ster vasthoudt): De grote stralende

Drie godheden met verschillende attributen
180 (god met twee hoofden, die zijn handen bij zijn borst samenhoudt): Hij wiens twee gezichten en twee armen in hem zijn
181 (god die twee lange papyrusstaven vasthoudt, bekroond met sterren): Hij van de Akh-Geest
182 (mummie-vormige god met witte kroon): Osiris-Wennefer, het volmaakte zijn


Tombe van Ramesses V-VI
Gang G bovenste deel van de linker (zuidelijke) muur
Scène uit het “Amduat”, benden register,  de goden 177-193

Het beneden register start met vier rennende goden(170-173). De eerste drie(170-172) dragen het hiëroglief ‘seizoen’, in hun uitgestrekte handen.  De vierde draagt een mes(173). Drie goden daarvoor dragen het ‘lange-jaar’ hiëroglief(174-176). Gevolgd door drie goden met een ster op de handen(177-179). Samen zorgen deze negen goden er voor dat de seizoenen van het landbouw-jaar goed verlopen. Dit garandeert verse groente en planten, voor de gezegende doden. Vervolgens zien we een god met twee hoofden(180), een god die twee  papyrus-scepters(181) draagt waar bovenop een ster zit. Dan volgt een god in mummie-vorm(182), die de witte kroon draagt.

Namen van de drie zittende goden:
183 (god met jakhals-hoofd) Heer van het verboden land
184 (godin): (Akhebit) Verslinder
185 (god met het stieren-hoofd): Ezel-verslinder

De volgende drie goden zijn gezeten op een troon(183-185), in mummie-vorm. De eerste heeft een Jakhals-hoofd(183), de tweede een mensenhoofd(184). Deze twee hebben beide een ster op hun schoot. De derde heeft een stoeren-hoofd(185) god houdt een mes vast.

Namen van de zeven  naar rechts gericht goden en een achtste naar links:
186 (god met mes): Hij die behoort tot de goddelijke troon
187 (god met graanschoof in de hand): Graan
188 (god met graanschoof in de hand): Scepter
189 (god met graanschoof in de hand): Wiens arm glanst
190 (god met graanschoof op hoofd): Die behoort aan het hoofd
191 (god met graanschoof op het hoofd): Nepri, graan god
192 (god met graanschoof op het hoofd): Bescherming
193 (god): Dubbele vlammen

De eerste god (186) houdt een mes vast, De drie daar opvolgende goden dragen een korenaar (187-189). Voor hen staan drie goden die twee korenaren op het hoofd dragen(190-192). De naar links gerichte godheid (193)heeft geen attributen is wachter over dit gebied.

 

Dit bericht is geplaatst in Het Tweede uur. Bookmark de permalink.