Namen van de god met valken-hoofd en drijvende figuren:
745 (god met valken-hoofd): Horus
746 (drijvende figuren): De drijvenden in de Onderwereld
747 (drijvende figuren): Gekapseisden in de Onderwereld
748 (drijvende figuren): Zie die omvergeworpen zijn in de Onderwereld
Tekst boven de god met valken-hoofd en drijvende figuren:
<Woorden gesproken door Horus tot de drijvenden,
de gekapseisde, de omvergeworpenen,
die in het Nun zijn en behoren tot de Onderwereld (Duat):
“Oh! drijvenden, die onverlicht zijn in het Nun,
wiens armen naast hun gezichten zijn.
Oh! jullie met gekapseisde hoofden in de Onderwereld,
wiens ruggenwervels tot het (Net) vloed-waters behoren.
Oh! Gij die uitgestrekt roeit (met de armen) in het water van het Nun,
wiens gezichten in de nabijheid zijn van hun Ba-zielen.
Adem zij aan uw Ba-zielen, opdat ze worden belemmerd.
Mogen jullie armen roeien, zonder tegengehouden te worden!
jullie gaan jullie weg in het Nun met jullie benen,
zonder dat jullie knieën worden gehinderd.
Mogen jullie in het vloedwater voortgaan,
en komen nabij de golven.
Mogen jullie in de grote overstroming drijven,
zodat jullie aanmeren aan zijn oevers.
jullie lichamen zijn niet vergaan.
jullie vlees is niet gaan rotten.
Jullie hadden macht over jullie water
en jullie ademen door wat ik jullie heb bevolen.
Jullie zijn degenen die in (wateren van) het Nun zijn,
drijvend in het gevolg van (mijn) vader.
Moge het leven aan jullie Ba-zielen toebehoren!”>
Aan de linkerkant staat een god met een valken-hoofd (Horus), leunend op een staf en gekroond met een zonneschijf.(745)
Het beneden register wordt gedomineerd door een grote rechthoekige watermassa waarin de verdronkenen drijven. (746 t/m 748) In totaal zijn twaalf ‘zwemmer’ afgebeeld. Ze zijn verdeeld in groepen van vier, in verschillende houdingen, waaronder rugligging en buikligging in het water. In de hiërogliefentekst wordt dit omschreven als de ‘apotheose door verdrinking’.
De verdronken mensen die in de waterrechthoek meedrijven, worden door Horus van ontbinding gered en geleid tot een gelukzalig bestaan, ondanks dat ze geen nette ter aarde stelling (mummificatie) konden verkrijgen. Nu kunnen ook zij, samen met de andere gezegende doden, hun plaats in het hiernamaals innemen.
Namen van de vier godinnen en de staf:
749 (godin gekroond met uraeus): Zij die vernietigt
750 (godin gekroond met uraeus): Zij die gloeit
751 (godin gekroond met uraeus): Zij die steekt
752 (godin gekroond met uraeus): Uraeus (Onderkaakhelft)
753 (staf met hoofd van Seth): Staf van Nehes
tekst boven de vier godinnen en de staf:
<Zij zijn als dusdanig,
hun levende beeltenissen op hun hoofden.
Zij zijn het die de weg voor Ra verlichten in de volslagen duisternis,
zodat hij kan uitgaan, door de oostelijke poort.
De staf van Nehes (Seth), het gaat met hem mee.>
Vier godinnen (740 t/m 752) verlichten de laatste scene. Ze dragen een slang op hun hoofd. ze staan naar rechts gericht. Voor hen staat een kromstaf (753), gekroond met een Seth-hoofd.