Namen van god, slang en vijf godinnen:
804 (god met valkhoofd): Horus
805 (op staart staande slang): Hij die miljoenen brandt
806 (vijandelijke figuren in vuurkuil): Vijanden
807 (godin met mes): Zij die gezag heeft over haar kookpotten.
808 (vijandelijke figuren in vuurkuil): Vlees (van de vijanden)
809 (godin met mes): Zij die gezag heeft over haar vuurkuilen
810 (ba-zielen): Ba-zielen (van de vijanden)
811 (godin met mes): Zij die verwondt
812 (schaduwen in vuurkuil): Schaduwen (van de vijanden)
813 (godin die mes vasthoudt): Zij die gezag geeft over haar slachtblokken
814 (hoofden in vuurkuil): Hoofden (van de vijanden)
815 (godin met mes): Zij die gezag heeft over haar messen
816 (omgekeerde vijanden invuurkuil): Zij die ondersteboven zijn
naam bij de vuurplaats: Vallei van de omgekeerden
tekst boven de god, slang en vijf godinnen:
<Door de majesteit van deze god wordt bevolen
diegenen af te slachten die zijn vader Osiris sloegen,
(namelijk) de lijken van de vijanden, de ledematen van de doden,
diegenen die ondersteboven zijn,
die die belemmerd zijn in hun beweging,
en de gestaltes van de vernietigden.
(Horus zegt):
“Ik ben uit hem voortgekomen,
en nu slaat mijn vader terug nadat hij moede is geweest!
Bestraffing voor jullie lijken door (het mes) ‘bestraffer’.
Vernietiging zij voor uw Ba-zielen,
vertrappeling zij aan uw schaduwen.
verwonding zij jullie hoofden.
Jullie zijn niet tot bestaan gekomen.
Jullie zijn ondersteboven!
Jullie zullen niet opstaan,
want jullie zijn in jullie vuurkuilen gevallen.
Jullie kunnen niet ontsnappen,
Jullie kunnen niet ontkomen!
Het verterende vuur van ‘Zij die miljoenen brandt’ is tegen jullie.
De verzengende vlam van ‘Zij die gezag heeft over haat kookpot’, is tegen jullie.
De laaiende vlam van ‘Zij die gezag heeft over haar vuurkuil’, is tegen jullie.
De sintels in de mond van ‘Zij die gezag heeft over haar Slachtblok’, zijn tegen jullie.
Het mes van ‘Zij die gezag heeft over haar messen’, is in jullie,
Ze verscheurt jullie,
zij voert jullie slachting uit.
en jullie zullen diegenen die op aarde leven niet meer zien, voor eeuwig.”
Zij zijn als dusdanig in de Onderwereld.
Hun ondergang wordt verordoneert, dag na dag
door de majesteit van Horus van de Onderwereld.>
Geheel links, voor de vuurkuilen, ‘Die miljoenen verbranden’, zien we Horus (804) met een zonneschijf op zijn valken-hoofden en een zonneschijf op zijn hoofd, leunend op een staf en een stok met een slangenhoofd. In de anders hand houdt hij een korte magisch toverstaf, met een slangenkop. Voor hem verschijnt een slang (805) die op zijn staart staat. Vervolgens zijn er zes vuurplaatsen of kuilen (806, 808, 810, 812, 814 em 816). Horus heeft leiding over de laatste slachting van vijanden van Osiris.
Dit bloederige tafereel vindt plaats in de vuurkuilen. Deze vuurkuilen zijn gevuld met de lichamen of delen van de veroordeelde vijanden en de verdoemden. Bij de vuurkuilen staan vijf godinnen (807, 809, 811, 813 en 815). Ze houden ieder een mes vast. Ze spugen vuur in deze putten. Ze ‘binden’ de vijanden; hun lichamen, Ba-zielen, hun schaduw, en hun hoofden. In de achterste vuurkuil zien we vier figuren die op de kop staan. Van links naar rechts: drie liggende vijanden, nog eens drie liggende vijanden, drie ba-zielen, drie schaduwen, drie hoofden, en vier omgekeerde vijanden. Tussen elke vuurplaats staat een godin die met een mes zwaait.
De lange tekst, welke door Horus wordt uitgesproken, beschuldigt hen ervan zijn vader Osiris te hebben geschaad, wat een buitensporige, verwoestende straf rechtvaardigt: uw Ba-zielen moeten worden vernietigd, uw schaduwen worden vertrapt, jullie hoofden moeten worden afgesneden! jullie zullen opstaan. Jullie zullen ondersteboven gaan! Ra heeft de gevaren van het dodenrijk overleefd en het laatste uur voor de dageraad is aangebroken.
Namen van de vier godinnen:
817 (godinnen gekroond met (woestijn) khaset-teken): Zij die kookt
818 (godinnen gekroond met khaset-teken): Zij die verhit
819 (godinnen gekroond met khaset-teken): Zij die gezag heeft over haar zand
820 (godinnen gekroond met khaset-teken): Zij die vernietigd
821 (god): Hij die gezag heeft over zijn kookpotten
Tekst boven de de vier godinnen:
<Zij zijn als dusdanig.
Zij zijn het die de vijanden van Osiris in de onderwereld bloedig afstraffen.
‘Hij die gezag heeft over zijn kookpotten” is de bewaker is van deze hol.
Zij leven van de stemmen van de vijanden,
op het gekrijs van de Ba-zielen en de schaduwen
die ze in hun kuilen gooien>
Het register sluit met vier staande godinnen (817 t/m 820) die naar links gericht zijn. Ze dragen een hiëroglief voor woestijn op hun hoofd, aangezien deze afstraffing plaats heeft voor zonsopgang, in de oostelijke woestijn. Achter de godinnen staat de wachter (821) van dit uur, ook hij is naar links gericht. Hij draagt een Was-skepter en Ankh. Ook de bij hen behorende hiërogliefen-tekst handelt over bestraffingen.