Boven register derde uur

Annotatie bij het gehele register:
<Zij bestaan op deze wijze in de Onderwereld,
in het vlees van hun eigen lichamen, hun Ba-zielen spreken over hen,
hun schaduwen gaan op hen rusten,
nadat deze grote god tot hen heeft geroepen.
Zij spreken altijd tot hem,
loven hem en rouwen nadat hij aan hen is gepasseerd.
Wat zij in het Westen doen, is de rebel vermorzelen,
Nun doen ontluiken,
de inundatiewateren laten vloeien,
wanneer de stormwind uit de aarde onder hen opsteekt.
Ze schreeuwen het uit en zij vermorzelen de rebel.
Degene die hen kent, is degene die aan hen voorbijgaat.
Hij kan niet bezwijken onder hun gebulder.
Hij kan niet neerzinken in hun vuurkuilen.>

Namen van de goden met verschillende attributen:
194 (zittende baviaan): Hij op zijn zand
195 (mummie-vormige zittende baviaan in schrijn):Deby netjer
196 (god met jakhalshoofd): Anubis
197 (krokodil-hoofdige god): Verschrikkelijke van stem
198 (god met pupillen): Hij die brengt
199 (godin met pupillen): Zij die brengt
200 (ram met mes bij de hoef): Moordenaar van zijn vijanden
201 (mummie-vormige figuur, armen uitgestrekt): Staande Boog
202 (jakhals op schrijn): Anubis van de Was-Scepter
203 (zittende figuur die een pupil vasthoudt): Hij die het oog brengt en de goden tevreden stelt.
204 (een wadj-scepter met magisch mes erbovenop): Groot van Magie

Het boven register start met een baviaan ‘die op zijn zand zit’ deze is gezeten op een zanderig ovaal. (194) In een schrijn voor hem zit een tweede  baviaan.  Hij heeft een mummie-vorm. (195)Voor de bavianen staan twee schrijlings lopende goden, een met een jakhals-hoofd  (196)en de andere god met krokodillen-hoofd (197), dragen elk een was-scepter en een ankh-teken. De laatste twee (198-199) goden presenteren in hun handen de goddelijke pupillen van het zonne-oog. 198 en 199  Dan volgt een ram  met een mes bij  zijn hoef (200), een Ptah mummie (201), Anubis op een schrijn (202). Voor Anubis zit een knielende god, die ook de pupillen draagt (203). Er naast staat een papyrusstandaard, met bovenop een magische toverstaf. (204)

Namen van goden, godinnen,valk op een standaard en atributen:
205 (god): Hij met nobel hart
206 (god): De sterke
207 (god): Die de mummies verjongt
208 (god): Die neemt bij nacht
209 ( mummie-vormige) god: De beklede
210 (mummie-vormige god met slang op zijn hoofd): De rover
211 (mummie-vormige god met korte horens): Stier
(van zichtbare) Vormen
212 (mummie-vormige god met lange horens): Die Ba-Ziel
213 (godin): Zij die went
214 (godin): Zij die looft
215 (godin): zij die rouwt
216 (godin): Zij die weeklaagt
217 (valk op standaard): Henu-valk
218 (god): Horus van het glooiende land
219 (god): Meest volmaakte van de goden
220 (god): Hij die Ma’at completeert

De vier goden voor de papyrusstandaard hebben geen attributen. (205  t/m 208), Voor hun staan vier mummie-goden. (209 t/m 212)
Dan volgen, vier klaagvrouwen, een havik op een standaard en drie goden. Ze dragen Was-scepter en een Ankh. (213 t/m 216)

Dit bericht is geplaatst in Het eerste uur. Bookmark de permalink.