Goden in de bark:
571 (god): Wepwawet (Opener van wegen)
572 (god): Sia (Goddelijke waarneming)
573 (godin met schijf en hoorns): Vrouwe van de bark
574 (omcirkelende slang): Mehen (Omcirkelende slang)
575 (god met ramskop): Vlees
576 ( god met valken-hoofd): Horus die prijst
577 (god): Stier van Maat
578 (god): Hu (waakzame)
579 (god): Goddelijke Uitspraak
580 (god): Gids van de bark
Tekst boven de bark:
<Deze god trekt voorbij in deze plaats, door het verslepen
door de goden die in de Onderwereld (duat)verblijven,
in zijn geheime vorm van de (Omcirkelende) Mehen-Slang.
Deze god, hij roept bij elke grot van deze plaats,
naar de goden die erin zijn.
Het zijn de stemmen(geluiden) van hen die deze god hoort
nadat hij tot hen heeft geroepen.
De beeltenis van hun eigen lichamen blijven op hun lijken die onder hun zand liggen.
Hun poorten openen zich bij de stemgeluid van deze god, dag na dag.
Dan worden zij opnieuw verborgen, nadat hij hen passeert.>
De zonnegod staat op het midden van de zonnebark, met de gebruikelijke bemanning om zich heen. Hij wordt beschermd door een behulpzame slang.
Acht goden slepen de zonnebark: (581-588)
Korte tekst boven de goden die de bark verslepen:
<De goden van de onderwereld die Ra verslepen in de ‘Sarcofaag van haar goden’.>
Lange tekst bij de goden die de bark verslepen:
<Wat zij in de onderwereld te doen hebben is
Ra naar de wegen van deze plaats te slepen.
Ze stoppen, nadat ze gesleept hebben, bij deze toegangsweg.
Ze zeggen tegen deze god, terwijl ze hem slepen:
“kom voorwaar tot uw beelden, o onze god, (en tot) uw ‘Zij die behoren tot de graftombes’, die de vooraanstaanden van het Westen zijn,
zodat u uw zichtbare vormen in de Grote Plaats kunt innemen.
het is voorzeker Ra, die de bewoners van de holen eerbiedigen,
wanneer u de duisternis verlicht van hen die op hun zand zijn.
Kom, zodat u kunt rusten,
Ra, die wordt versleept, heer van het verslepen”.>
De bark wordt voortgetrokken door acht goden (581-588) en de tekst verkondigt de overwinning van Ra. ‘Heer van zij die de bark verslepen’, wordt Ra hier genoemd. Het aantal van acht goden correspondeert met het getal van dit uur.
![](https://amduat.nl/wp-content/uploads/2020/06/8-m-shemes-.png)
Namen bij de negen Shemes tekens:
589 (Shemes-teken met mensenhoofd): Die in de aarde rust
590 (Shemes-teken met mensenhoofd): Verborgene
591 (Shemes-teken met mensenhoofd): Geheimzinnige van Ba-Zielen
592 (Shemes-teken met mensenhoofd): Die de schaduwen tot rust brengt
593 (Shemes-teken met mensenhoofd): Heer van allen
594 (Shemes-teken met mensenhoofd): Offer-pot
595 (Shemes-teken met mensenhoofd): Gids van de Weg
596 (Shemes-teken met mensenhoofd): Getuige
597 (Shemes-teken met mensenhoofd): Oordelaar
Korte tekst boven de Shemes-tekens:
<‘Zij die tot de tombe behoren’ van Re
die zich in deze plaats bevinden.
De geheimzinnige beelden van Tatenen,
voor wie Horus de goden verborgen hield.>
Lange tekst boven Shemes-tekens:
<Zij zijn als dusdanig op de wegen waarop deze god wordt voortgetrokken,
hun kleding bevindt zich hen,
als beelden van de god zelf.
Het is wanneer deze grote god tot hen roept, dat wat in hen is tot leven komt,
en de hoofden uit hun beelden te voorschijn komen.
Deze god, hij roept hen bij hun namen.
Wat zij te doen hebben: is de vijanden van Re op het mes zetten in de buurt van deze plaats, waartoe zij behoren.
Dan slikken zij hun hoofden en hun messen (opnieuw) in,
nadat deze grote god hen is voorbijgegaan.>
Voor de bark zien ze we negen staven (Shemes-teken) ( 589 t/m 597) met mensenhoofden, die elk een mes hanteren om demonen mee te vernietigen. Het betreft hier het zogenaamde Shemes-teken. Een gepersonifieerd symbool van de jurisdictie van de zonnegod, als wel voor zijn gevolg. Aan de onderzijde zijn ze voorzien met een hiëroglief voor ‘kleding’.
namen van de vier rammen:
598 (ram met zonneschijf): Eerste manifestatie, beeld van Tateten
599 (ram met witte kroon): Tweede manifestatie, beeld van Tatenen
600 (ram met rode kroon):, Derde manifestatie, beeld van Tatenen
601 (ram met twee veren): Vierde manifestatie, beeld van Tatenen
Korte tekst boven de vier rammen:
<Geheimzinnige beeld van Tatenen,
eerste manifestaties,
van ram-vormen in de aarde,
voor wie Horus de goden verborgen hield.>
Lange tekst boven de vier rammen:
<Zij zijn als dusdanig in de onderwereld,
terwijl hun kleding voor hen ligt,
als beelden van de god zelf.
Deze god roept hen aan wanneer hij hen bereikt.
Zij roepen tot deze grote god met hun stemmen van geheimzinnige rammen.
Deze god, hij schept behagen in hun stemmen.
Doch nadat hij hen passeert, dan omhult de duisternis hen.
Zij dan ontvangen zonnekronen van Ra, terwijl de Ba-ziel van Tatenen rust in de aarde.>
Voor de Shemes-teken staan vier rammen (589 t/m 601). Deze dragen verschillende hoofdtooien, een zonneschijf met horens, de witte kroon, de rode kroon, en twee veren. Ze zijn de belichamingen van Tatenen, de god van de diepten van de aarde. De vier rammen zijn tussen hun voorpoten voorzien van het teken voor kleding