Naam van het uur: ‘Die duisternis laat ontstaan en geboortes laat verschijnen’
Naam van de grot: ‘Einde van de diepe duisternis’
Naam van de poort: ‘Hij die de goden verheft’
Naam van de godin: ‘Zij die de volmaaktheid van haar Heer aanschouwt’
Inleidende tekst bij het twaalfde uur:
<Het rusten door de majesteit van deze grote god
in deze hol van het einde van de diepe duisternis.
Deze grote god zal worden geboren is in zijn onstaansvorm van Khepri bij dit hol.
Nun en Nunet, Heh en Hehet, onstaan bij deze hol,
bij de geboorte van deze grote god,
wanneer hij voortkomt uit de Onderwereld (Duat),
hij inscheept in de dag-bark,
en hij verschijnt uit de dijen van Nut.
De naam van de poort van deze plaats luidt: ‘Hij die de goden verheft’.
De naam van deze plaatst luidt: ‘Die duisternis laat ontstaan en geboortes laat verschijnen’.
De naam van het uur van de nacht, waarin deze grote god zich ontstaat luidt:
‘Zij die de schoonheid van Ra ziet’.
Het geheime hol van de onderwereld (Duat) waar deze grote god wordt geboren.
waarvan hij uitgaat uit Nun, en rust aan het lichaam van Nut.
Dit gebeurt volgens deze afbeelding die opgetekend is
aan de oostzijde van de Verborgen Kamer van de Onderwereld.
Het is werkzaam voor degene die het kent op aarde,
in de hemel, en in de aarde.>
Dit laatste uur voltooit de cyclus van wedergeboorte en algemene verjonging. De lucht is goud, het water is lapis lazuli, de aarde is besprenkeld met turkoois. De Ba-ziel heeft zijn volle kracht herwonnen.