Namen van de goden op de bark:
775 (god): Wepwawep (Opener van wegen)
776 (god): Sia (Goddelijke Waarneming)
777 (godin met schijf en hoorns): Vrouwe van de bark
778 (omcirkelende slang): Mehen (Omcirkelende slang)
779 (god met rams-hoofd): Vlees
780 (valk): Horus die prijst
781 (god): Stier van Ma’at
782 (god): Waakzame
783 (god): (Hu) Goddelijke uitspraak
784 (god): Gids van de bark
785 (zonneschijf): De schijnende van de Onderwereld. (Duat)
Tekst boven de goden op de bark:
<Deze grote god gaat als dusdanig voort in deze plaats:
Zijn de goddelijke bemanning roeit hem naar de oostelijke horizon van de hemel.
“De schijnende”, op de bark geleidt deze grote god naar de wegen van duisternis door middel van dat wat in het is,
hen verlichtende die in de aarde verblijven.>
In het midden registers is op de zonnebark de gebruikelijke bemanning aanwezig. Een zonneschijf met een Uraeus-slang verschijnt als aanvulling. Deze is zichtbaar op de boeg van de zonnebark.
Namen van de twaalf met de slangen:
786 (god die slang draagt): Drager
787 (god die slang draagt): Vervoerder
788 (god die slang draagt): De beladene
789 (god die slang draagt): Hij die grijpt
790 (god die slang draagt): Hij die ontvangt
791 (god die slang draagt): Hij met ferme arm
792 (god die slang draagt): Hij die vasthoudt
793 (god die slang draagt): Aangename(?)
794 (god die slang draagt): Hij die losmaakt
795 (god die slang draagt): Hij die omvat
796 (god die slang draagt): Hij die het beeltenis geleidt
797 (god die slang draagt): Hij die behoort tot de omcirkelende slang
Tekst boven de twaalf goden met de slang:
<Ze zijn als dusdanig voor deze grote god.
Zij dragen de wereld-omcirkelende slang van de aarde op hun hoofd naar deze plaats,
zo gaan zij in het gevolg van Ra naar de oostelijke horizon van de hemel.
Deze god, hij roept hen bij hun namen,
en beveelt hen wat ze moeten doen.
Re zegt tot hen:
“bescherm uw beeltenissen en hef uw hoofden op!
Kracht voor jullie armen en volharding voor jullie benen.
Moge jullie voortgang goed gaan, mogen jullie stappen gezwind zijn!
Moge jullie tevreden zijn met jullie offeranden
aan de poort van de oostelijke horizon van de hemel.”
Wat zij te doen hebben in de Onderwereld:
is de Omcirkelende Slang op zijn koers zetten
naar de toegangspoort van de oostelijke horizon.
Dan bezetten zij hun tronen (wederom)
nadat deze grote god door de duisternis is gegaan
dat hij mag rusten aan de horizon.>
Voor de bark dragen twaalf goden (786 t/m 797) een slang op hun hoofd, de zogenaamde wereld-omcirkelaar. Elke god draagt twee spiralen van de slang en heeft zijn handen voor zich, die het lichaam van de slang ondersteunen, als het zich uitstrekt over de ruimtes tussen de dragers. De slang is hier opgeheven boven de grond. In het twaalfde uur zal het de grond aanraken.
Reliëf uit KV 17, de tombe van Seti I
Zijkamer Fa
De scènes van het Amduat in deze kamer zijn alleen in rode en zwarte contouren getekend, een detail van het 11e uur is hier afgebeeld
Namen van de twee slangen met een kroon:
798 (slang met rode kroon op rug): Beeld van Isis
799 (slang met witte kroon op rug): Beeld van Nephthys
Tekst boven de slangen met een kroon:
<Dit zijn de beeltenissen die door Horus zijn verhuld.
Ze bevinden zich bij de tweede poort van de diepe duisternis,
op de verborgen pad van Sais
Wanneer deze god tot hen roept,
dan komen hun geheimzinnige hoofden tevoorschijn.
Daarna slikken ze hun beeltenissen (wederom) in.>
Twee slangen, naar rechts gericht, dragen de rode en witte kroon op hun rug. De eerste slang (798) draagt een rode kroon met een klein mensenhoofd dat uit het platte gedeelte van de kroon komt. De tweede slang (799) draagt een witte kroon met twee kleine mensenhoofden die uit de bolvormige top van de kroon komen. Dit zijn Isis en Nephthys, als uraeusslangen.
![](https://amduat.nl/wp-content/uploads/2020/06/middel-register-11-r-w-kroon-300x200.jpg)
Reliëf uit KV 17, de tombe van Seti I
Zijkamer Fa
De scènes van de Amduat in deze kamer zijn alleen getekend in rode en zwarte contouren.
Namen van de vier godinnen:
800 (godin met rode kroon): Mannelijke Neith
801 (godin met rode kroon): Neith met de Rode Kroon
802 (godin met witte kroon): Neith met de Witte Kroon
803 (godin met witte kroon): Neith-Osiris
Tekst boven de vier godinnen:
<Zij staan op als dusdanig bij deze poort
als beeltenissen gemaakt door Horus.
deze God, hij roept ze bij hun namen,
en ze ademen bij het horen van zijn stem.
Zij zijn het die de heilige poort van Sais bewaken
Welke niet gekend is, ongezien en onwaargenomen is.>
Voor de twee slangen met een kroon zien we vier staande godinnen (800 t/m 803), waarvan eerste twee godinnen (800 en 801), tewijl de achterste twee godinnen (802 en 803) de rode en twee de witte kroon dragen. Alle vier zijn manifestaties van de godin Neith, staande aan de poort van Sias, waar Neith werd vereerd.