Naam van de dubbel-hoofdige god:
754 (dubbel-hoofdige god): Toegerust met een gezicht, Heer van de (statische) eeuwigheid
Tekst boven de dubbel-hoofdige god:
<Hij is als dusdanig; Hij die opstaat voor Ra,
zonder zijn plaats te verlaten in de onderwereld.>
Het bovenste register behandelt de tijd en de geboorte van de uren. De twee tweekoppige figuren zijn meesters van de tijd. De eerste tweekoppige god (754), aan het begin van dit register, heeft de vorm van de zonnegod. Hij draagt de witte en de rode kroon, met daartussenin een zonneschijf. In zijn handen draagt hij een ankh en was-scepter. In het oude Egypte kende men twee uitdrukkingen voor tijd, Neheh (beweging, dynamisch) en Djed (duur, statisch). De twee ogen welke weer zichtbaar zijn, staan hier symbool voor.
Namen van de god en de gevleugelde slang:
755 (god met zonneschijf): Atum
756 (gevleugelde slang): Ziener
Tekst boven de god en de gevleugelde slang:
<Hij is als dusdanig: Wanneer deze god hem aanroept,
komt het beeld van Atum uit zijn rug tevoorschijn.
Daarna slikt hij zijn beeltenis opnieuw in.
Hij leeft van de schaduwen van de doden,
en zijn lijk (leeft ook van) de hoofden.>
Atum (755) gekroond met zonneschijf, houdt de vleugels vast, van een slang met twee stel poten.(756) Grote udjat-ogen verschijnen aan weerszijden van het tafereel.
Namen van de godin en de slang:
757 (godin): Eeuwigheid
758 (slang): Hij die de uren wegvoert
Tekst boven de godin en de slang:
<Haar eigen lichaam: Zij bestaat bovenop (de slang) ‘Hij die de uren wegvoert’.
Wat zij heeft te doen: leven (door middel van) de bevelen (stem) van Ra, dag na dag.
Ze slikt haar beeltenissen (weer) in op deze plaats.
Het is het 11e uur, een van hen die deze god volgen.>
Voor Atum zien we een diagonaal georiënteerde slang, naar links gericht. Deze draagt een godin op haar rug. Dit is de godin ‘eeuwigheid’, met voor haar tien of elf sterren. Ze verbeelden de doorlopen uren tot nu toe. Tijd wordt weergegeven als een slang, die de uren baart en de uren worden als sterren weergegeven. Op het juiste moment zal ze de sterren weer inslikken en ze in haar buik beschermen tot de volgende nacht.
![](https://amduat.nl/wp-content/uploads/2020/06/uur-11-br-4.jpg)
Namen van de twaalf goden:
759 (dubbel-hoofdige god): Hij met twee hoofden
760 (god met een rams-hoofd): Khnum-Renyt
761 (god met in aanbidding opgeheven armen): Hij die de aarde bewaakt
762 (god met dubbele slangen-hoofd): Hij wiens armen in hem zijn
763 (god met verborgen armen): Rechter van de Twee Landen
764 (god met verborgen armen): Hij die zijn twee armen beveelt
765 (god met verborgen armen): Wiens armen verborgen zijn
766 (god met verborgen armen): Die het vlees versterkt
767 (god): Degene die Horus prijst
768 (god): De rechte
769 (god): De Grote Beer (Sterren constellatie)
770 (god): Die de arm in bedwang houdt
Tekst boven de twaalf goden:
<Zij zijn als dusdanig. Deze grote god roept hen bij hun name aan:
“Kom tot mij, O verborgenen!
straal voor mij, gij met verborgen arm.
Leven voor jullie Ba-zielen,
dat zij op uw schaduw mogen neerdalen.
Jullie zijn het die onthullen wat geheim is
en het beeld op zijn verborgen plaats zetten.
Tot jullie behoort de lucht, die in mijn mond is,
opdat jullie neuzen het mogen inademen.
Offerandes behoren jullie toe, die zich op mijn bark bevinden,
Zodat jullie Ba-zielen er van mogen leven.
Water behoort jullie toe van de overvloeiing van het Nun,
die water geeft aan hen die daar in de Onderwereld zijn.
Gegroet! rechtvaardig zijn uw daden!
Jullie Ba- zielen behoren tot het gevolg van mijn manifestaties”.
Wat zij te doen hebben in de onderwereld is:
Het mysterie van deze grote god verheffen,
naar de verborgen kamer, dag na dag.
Zij begeleiden hem wanneer hij naar de hemel uitgaat.>
Dan volgen er twaalf goden ze schrijden naar rechts. De eerste god (759) heeft twee mensenhoofden . De tweede god (760) heeft een rams-hoofd en draagt een Was-skepter en Ankh. De derde derde god (761) heeft zijn armen in aanbidding opgeheven. De vierde heeft twee slangenkoppen en geen armen (762). De volgende vijf goden (767 t/m 770) hebben geen armen. De vier goden (768 t/m 770) daarvoor hebben wel armen.
Namen van de vier godinnen:
771 (godin op slang): Vrouwe van het leven
772 (godin op slang): Vrouwe van de Akh-geesten
773 (godin op slang): Zij die de twee oevers bewaakt
774 (godin op slang): Bewaker van de goden
Tekst boven de vier godinnen:
<Zij zijn als dusdanig.
Hun dijen zijn in de aarde (Onderwereld),
hun benen zijn in de diepe duisternis.
Deze grote god roept hen in hun eigen lichaam.
Dan rouwen zij, zonder hun plaatsen te verlaten.
Hun Ba-zielen leven van de stem van de beeltenis,
die van hun voeten uitgaat, dag na dag.
De tegenwind en het geraas van de wind,
die zich in de Onderwereld manifesteert,
komen voort uit de gezichten van deze godinnen.>
Het boven register sluit met vier godinnen (771 t/m 774). Ze zitten op de lichamen van een dubbele cobra. Ze houden zich met een hand vast aan de cobra. De andere hand houden ze voor hun gezicht.