Midden register tiende uur

Goden in de bark:
718 (god): Wepwawet (Opener van wegen)
719 (god): Sia (Goddelijke waarneming)
720 (godin met schijf en hoorns): Vrouwe van de bark
721 (omcirkelende slang): Mehen (Omcirkelende slang)
722 (god met rams-hoofd): Vlees
723 (god met valken-hoofd): Horus die prijst
724 (god): Stier van Maat
725 (god): Waakzame
726 (god): Hu (Goddelijke uitspraak)
727 (god): Gids van de bark

tekst boven de goden in de bark:
<Beze grote god gaat verder op deze plaats, als dusdanig in zijn bark:
zijn bemanning van goden, zij roeien hem

De goden die zich in deze plaats bevinden, gaan rusten in het water,
waarin hun roeispanen zich bevinden.
Ze ademen door het geluid van het roeien van deze bemanning van goden.>

De zonnebark en haar benaming in het middenregister is ongewijzigd ten opzichte van de voorgaande twee uren. De bijgaande hiërogliefentekst verwijst naar de verdronken mensen in het onderste register.

KV17, De graftombe van Seti I, Zijkamer Fa
Reliëf uit KV 17, het graf van Seti I
Zijkamer Fa
De scene van het Amduat in deze kamer zijn alleen in rode en zwarte contouren getekend, een detail van het 10e uur is hier afgebeeld. 

Namen van de twee godinnen, slang en valk:
728 (godin met rode kroon): Zij van de boog
729 (valk): Vooraanstaande van de hemel
730 (dubbelkoppige slang): Verbonden van gezichten
731 (godin met witte kroon): Zij die aan de (andere) kant staat

Tekst boven de twee godinnen, slang en valk:
<Zij zijn als dusdanig als dragers van (de slang) ‘Verenigde gezichten’.
Het is de Ba-ziel van Sokar,
de vooraanstaande van de Onderwereld.
Deze gehele beeltenis gaat mee in het gevolg van deze grote god naar de horizon, 
dan gaat het met hem (opnieuw)de aarde binnen, dag na dag.>

Voor de bark staan twee godinnen (728 en 731), met de linkse met een rode kroon en de rechtse met een witte kroon. Ze staan aan weerszijden van een tweekoppige slang (730) mer vier poten. de godinnen kijken richting de slang. Deze slang draagt op zijn koppen links de rode en en rechts de witte kroon. De slang heeft vier poten zijn lichaam heeft een U-vorm. Op zijn rug zit een valk. (729) Dit is de Ba-ziel van Sokar.

 

Naam van de slang met valken-kop:
732 (slang met valken-kop): De levende van de Aarde

Tekst boven de slang met valken-kop:
<Hij is als dusdanig in zijn bark:
Hij staat op tegen de ‘De diepe duisternis’,
aan deze poort van de oostelijke horizon
en dan neemt hij (opnieuw) zijn plaats in, dag na dag.
Het is de beschermende slang van de Onderwereld,
de onbenaderbare Ba-ziel van de Vooraanstaande van de Westerlingen Chontamenty (Osiris).>

Voor de godinnen vaart een klein goddelijke bark, met papyrus-bundel voorsteven en achtersteven. Het bevat enkele  een  grote valken-koppige slang (732) met een Ankh-teken. Deze staat iets boven zijn hoofd. Het is Osiris, afgebeeld als een slang met een valkenkop.

Namen van de vier zonneschijf-hoofd, vier goden met pijl en de vier goden met boog:
733 (god met zonneschijf-hoofd met pijl): (Zonne)schijf-hoofd
734 (god met zonneschijf-hoofd en pijl): Pijlen-schieter
735 (god met zonneschijf-hoofd met pijl): Binder
736 (god met zonneschijf-hoofd met pijl): Slinger
737 (god met harpoen): Shutter
738 (god met harpoen): Werper
739 (god met harpoen): Hij die afweert
740 (god met harpoen): Hij die straft
741 (god met boog): Hij van de Pedjet-boog
742 (god met boog): Hij van de Shemeret-boog
743 (god die boog vasthoudt): Die samenbindt
744 (god die boog vasthoudt): Die zijn arm laat zien

Tekst boven de de vier zonneschijf-hoofd, vier goden met pijl en de vier goden met boog:
<Ze zijn als dusdanig, hun pijlen dragend, hun speren dragend
en hun bogen voerend,
voor deze grote god
Ze gaan voort met hem naar de oostelijke horizon van de hemel.

Deze grote god richt zicht tot hen:
“Snelheid aan uw pijlen, scherpte aan uw speren, spanning aan uw bogen,
opdat jullie voor mij mijn vijanden straffen
die in de duisternis zijn, achter de poort van de horizon!
Jullie behoren mij toe, tot mijn gevolg
en wanneer ik rust in de tegen-hemel,

en wanneer mijn vlees sterk is in de dag-bark.”

Zij zijn het die de rebel ‘Verschrikkelijk van Gezicht’ in de diepe duisternis afweren,
zodat deze grote god kan binnengaan in de oostelijke poort van de horizon.
Daarna, gaan ze voort met deze grote god.>

Voor hem staan twaalf goden. (Voor iedere uur een). De eest vier goden die een zonneschijf als hoofd, dragen een pijl. (733 t/m 736)  De tweede groep van vier goden dragen een pijl. (737 t/m 740)  De vier goden die voorop gaan dragen een boog. (741 t/m 744)  Het zijn de persoonlijke bewakers van de zonnegod. Ze beschermen hem tegen al zijn vijanden. Ook zouden ze de zonnegod moeten beschermen tegen de nog steeds gevaarlijke Apophis. De hiërogliefentekst zegt dat ze de zonnegod zowel gedurende de twaalf uur van de nacht als wel overdag beschermen.

Dit bericht is geplaatst in Het tiende uur. Bookmark de permalink.