Midden register negende uur

Namen van de goden in de bark:
645 (god): Wepwawet (Opener van wegen)
646 (god): Sia (Goddelijke Waarneming)
647 (godin met schijf en hoorns): Vrouwe van de bark
648 (omcirkelende slang): Mehen (Omcirkelende slang)
649 (god met rams-hoofd): Vlees
650 (god met valken-hoofd): Horus die prijst
651 (god): Stier van Maat
652 (god): Waakzame
653 (god): Hu (Goddelijke Uitspraak)
654 (god): Gids van de Bark

Tekst boven de bark:
<Deze grote god rust naast zijn roeiers op deze plaats.
Zijn bemanning, zij rusten in zijn bark,
in zijn mysterieuze beeltenis van de Mehen-(Omcirkelende) Slang.
Deze grote god geeft bevelen aan de goden die zich in dit gebied bevinden.>

In het middenregister zien we de bark met de gebruikelijke bemanning. Ra wordt beschermd door de Uraues-slang.

Reliëf uit KV 17, de tombe van Seti I
Zijkamer Fa
De scènes van het Amduat in deze kamer zijn alleen in rode en zwarte contouren getekend, een detail van het 9e uur is hier afgebeeld.

Namen van de goden met roeispaan:
655 (god met roeispaan): Roeier
656 (god met roeispaan): De onvergankelijke
657 (god met roeispaan): De onvermoeibaar
658 (god met roeispaan): Hij die geen terugkeer kent
659 (god met roeispaan): Die geen obstakels kent
660 (god met roeispaan): Die geen vergankelijkheid kent
661 (god met roeispaan): Roeier in zijn uur
662 (god met roeispaan) : Die zijn land doorkruist
663 (god met roeispaan): Die rust (in) de bark
664 (god met roeispaan): De meest goddelijke
665 (god met roeispaan): Die de Onderwereld doorkruist
666 (god met roeispaan): Die bij de boot hoort

Tekst boven de goden met roeispaan:
<Dit zijn de goden van de bemanning van de bark van Ra,
roeiend met hem die aan de horizon is tot hij ondergaat,
zodat hij kan rusten in het oostelijke poort van de hemel.
Wat zij doen hebben in de Onderwereld is:
het roeien van Re naar deze plaats, dag na dag.

Ze staan bij het water van de bark die in deze plaats is.
Zij zijn het die met hun roeispanen water geven aan de de Akh-geesten
die zich in dit gebied bevinden en die de Heer van de zonneschijf loven.
Zij zijn het die de Ba-ziel doen verschijnen binnen zijn zichtbare vorm,
door middel van hun geheimzinnige spraak (woorden), dag na dag.>

Voor de bark staan twaalf goden  (655 t/m 666), ze schrijden naar rechts. Ze hebben een peddel of roeispaan in de hand. Het thema roeien gaat door en domineert dit uur. De twaalf roeiers brengen Ra hier elke nacht. Ze worden allen expliciet genoemd, bijvoorbeeld ‘Degene die geen obstakels kent’, of ‘Degene die niet weet hoe terug te keren’, etc. Ze moeten ervoor zorgen dat de zon op tijd op de juiste plek komt.

Namen van de drie goddelijke wezens op manden en de mummie:
667 (mummie met mensenhoofd met twee veren ): Offeraar, die vooraan staat in de Onderwereld
668 (mummie van een ram): Kherty, die vooraan staat in de Onderwereld
669 (mummie van een koe): Meesteres van offers, die vooraan staat in de Onderwereld
670 (mannelijke mummie): Offeraar van de goden

Tekst boven drie goddelijke wezens op manden en de mummie:
<Zij zijn als dusdanig op deze plaats.
Zij zijn het die offergaven uitdelen aan de goden die in de Onderwereld zijn,
aan wie Ra brood en bier heeft bevolen.
De goden gaan voort in navolging van deze grote god
naar de oostelijke horizon van de hemel,
nadat de bewoners van de Onderwereld tevreden gesteld zijn.>

Voor de roeiers staan drie mummi-vormige goddelijke wezens  die op manden rusten. Ze kijken naar rechts. Ze hebben de taak om de doden te voorzien van bier en brood. Ze hebben een mensenhoofd  met twee veren(667), een ramskop (668), en koeienkop met een zonneschijf (669). Een staande mannelijke mummie (670), staat rechts van hun.

Dit bericht is geplaatst in Het negende uur. Bookmark de permalink.