Namen van god met krokodillen-hoofd, godin met krokodillen-hoofd, twee tripletten van mannelijke godheden zonder attributen en vier half-zittende godinnen (hoewel zonder troon):
460 (god met het hoofd van een krokodil): Krokodil
461 (godin met het hoofd van een krokodil): Zij die in het grote Nun is
462 (god): Ihy (Zoon van Hathor?)
463 (god): Hij de weent(?)
464 (god): Beschermer van zijn vader
465 (god): Met levendig gezicht
466 (god): Met sprekend gezicht
467 (god): Beschermer
468 (godin): Zij die vastgebonden is.
469 (godin): Zij die wordt tegengehouden
470 (godin): Zij die wordt omgekeerd
471 (godin): Zij die wordt belast
Reliëf uit KV 17, de tombe van Seti I
Zijkamer Jb van de grafkamer J.
Amduat, beneden van het 6e uur. detail goden 462-467.
Tekst boven deze goden:
<Woorden gesproken door de majesteit van deze grote god tot deze goden:
“O! goden, voornaamsten van de Onderwereld,
die in de navolging zij van de ‘Water-poel van de Onderwereld-bewoners’,
zij die staan en zij die zitten van het Nun, zij die in hun velden zijn.
Jullie zijn de goden wier hoofden oplichten en wier lichamen rechtop staan.
Jullie zijn de godinnen die zich achter Khepri hebben teruggetrokken,
naar de plaats waar zijn corpus zich bevindt in de onderwereld
Geef leven aan jullie gezichten leven en moge jullie hart ademen.
en moge jullie duisternis verlicht worden
Moge jullie over water voor uzelf beschikken,
en moge jullie tevreden zijn met jullie offergaven.
Voortgang voor jullie Ba-zielen,
opdat zij in mijn navolging mogen voortgaan.
Mijn ba-ziel is bij mij,
zodat ik kan rusten (verblijven) op mijn corpus.
Ik passer jullie in vrede.”
Zij horen de stem (woorden) van Ra, dag na dag,
en zij ademen door middel van zijn stem.
Wat zij hebben te doen in onderwereld is:
de ba-zielen geleiden en schaduwen helpen opgaan
en de water-bevoorrading te verzekeren van de Akh-geesten.>
In het beneden register zien we als eerste, een half-zittende god(460), zonder troon. Hij heeft een krokodillen-hoofd. Dit is Sobek, meester over alle wateren en in dit uur is hij wachter over het Nun. Hij is de gids van de oer-oceaan, van de wereld van voor de creatie, waarin de zonnegod iedere nacht verjongd. Voor hem staat een godin(461) met een krokodillen-kop. Ze vormt samen met Sobek een koppel. Ze representeren het vruchtbare en verjongende water, waar de diepten van de onderwereld mee gevuld zijn. Voor hen staan zes goden (462-467) en vier half-zittende godinnen(468-471), zonder troon. Ze hebben geen attributen. De hiërogliefenteksten bij deze godinnen geeft aan dat ze lichamelijk beperkt zijn.
Naam van de slang en de vier hoofden:
472 (slang): Verlinder van vormen
472a (hoofd): Imset
472b (hoofd): Hapi
472c (hoofd): Duamutef
472d (hoofd): Qebehsenuef
Tekst bij de slang met de vier hoofden:
<Degene die deze grote god niet ziet.
Deze beeltenissen in zijn kronkels ademen,
wanneer zij de stem van deze grote god horen, dag na dag.
Wat hij in de onderwereld te doen heeft is: De schaduwen verslinden en de vijanden verzwelgen,
die in de onderwereldwereld geveld zijn.>
Een grote slang(472) met licht opgeheven kop en een ankh-teken voor de bek kijkt naar rechts. Uit zijn rug komen vier hoofden. Deze zijn gerelateerd aan de vier zonen van Horus. Dit zijn de kanopen goden, de vier zonen van Horus. In de dodencultus hebben de vier zonen, Imset(472a), Hapy(472b , Duamutef(472c) en Qebehsenuef(472d) de taak om de vier kanopenkruiken van de overledene te beschermen. In deze kruiken werden de gemummificeerde ingewanden bewaard. Imset was verantwoordelijk voor de lever, Hapy voor de longen, Duamutef voor de maag en Qebehsenuef voor de darmen.
De organen werden los van de mummie begraven. Het heeft er dus schijn van dat deze slang verwijst naar de begrafenis van de zonnegod. De bijbehorende hiërogliefen tekst spreekt echter over vechten tegen de vijanden.
Namen van (half-)zittende goden:
473 (zittende god): Hij die samengetrokken is
474 (zittende god): Hij met een pijnlijke voet
475 (zittende god): Hij zonder voeten
476 (zittende god): De vermoeide
Reliëf uit KV 17, het graf van Sety I
Zijkamer Jb van de grafkamer J.
Amduat, beneden register van het 6e uur, detail zitten goden: 474-476
Tekst bij de vier zitten goden:
<Woorden gesproken door de majesteit van deze grote god tot deze goden:
“Sta op! trek u niet terug!
Strek u uit en wees niet vermoeid!
Moge jullie Ba-zielen voortkomen en moge jullie schaduwen rusten!
Het strekken voor uw voeten,
en rechtheid voor uw knieën!
Moge u waarlijk rusten in uw vlees,
ongebonden zijn uw windselen!”
Ze leven van de stem van deze grote god, dag na dag.
Wat zij te doen hebben is getuige zijn van de komst van ‘Hij van de Horizon’.>
We zien vier goden(473- 476) zitten (zonder tronen onder zich) en afgaande op hun namen lijden deze goden aan verschillende kwalen. De eerst god is ingesnoerd(473), de tweede heeft zere voeten(474), de derde is zonder voeten(475) en de laatste is vermoeid(476). Hun beide armen zijn voor hun lichaam uitgestrekt, palmen naar beneden.
Namen van de negen slangen-staven:
477 (slangenstaf): Tatenen
478 (slangenstaf): Atum
479 (slangenstaf): Khepri
480 (slangenstaf): Shu
481 (slangenstaf): Geb
482 (slangenstaf): Osiris
483 (slangenstaf): Horus
484 (slangenstaf): De rechter (Toth?)
485 (slangenstaf): Hij van de Offers
486 (god): Nun
Reliëf uit KV 17, het graf van Sety I
Zijkamer Jb van de grafkamer J.
Amduat, einde beneden register, van het 6e uur, detail slangenstaven 477-485.
Tekst bij de negen slangen-staven:
<Woorden gesproken door de majesteit van deze grote god,
tot de staf van de mannelijke goden,
de vooraanstaanden van deze plaats:
“O staf van de grote ennead,
beelden van de zichtbare vormen,
die zijn god heeft gecreëerd.
Moge jullie gezichten branden en mogen jullie messen scherp zijn,
opdat jullie de vijanden van Khepri zult verslinden
en hun schaduwen zult afsnijden.
Jullie zijn die verbonden zijn zijn aan het de mysterieuze lichaam,
wiens plaats het Nun heeft gemaakt.
Jullie zijn degenen in het water van Tatenen,
die tot bestaan zijn gekomen en Khepri beschermen.”
Ze ademen door de stem van Ra, dag na dag.
Wat zij te doen hebben in de Onderwereld is:
De doden roosteren en de ba-zielen overgeven,
aan de Plaats van Vernietiging.>
Het beneden register eindigt met negen vuurspugende slangen-staven(477-485). Aan de voet van elke staf zit een mes. De staven symboliseren de goden van de grote Enneade, zonder de godinnen. Ze staan tegenover de naar links gerichte god Nun(486).