In het onder register van het vijfde uur zien we een complex tafereel gecentreerd rond een groot ovaal, geflankeerd door een Aker sfinx. Het ovaal bevat een god met een valken-hoofd die de vleugels optilt van een slang met drie koppen en waarvan de staart eindigt in een mensen-hoofd. Links van het ovaal zijn vier mensenhoofden met daarboven toortsen, gevolgd door een slang met bavianen-kop boven zijn kop (naar rechts, in de richting van de Aker). Rechts is nog een slang (naar rechts, weg van de Aker) en vier zittende goden, elk met op hun knieën een andere vorm van regalia: witte kroon, rode kroon, rams-kop, en dubbele veren. Geheel rechts van het tafereel staat een slang op zijn staart, met een ster voor hem.
Naam van de deur:
Hij die niet open doet voor hem, die dicht bij dit beeld komt
Naam van de vier hoofden en de slang:
387- 390 (Vier hoofden): Hoofden van de brandende fakkels.
391 (slang met bavianen-hoofd): Hij met het onbenaderbare hoofd.
Tekst boven de vier hoofden van de brandende fakkels: (387- 390)
< Ze bestaan in navolging van deze god.
Wat zij moeten doen is de voorgang van zijn vijanden in vlammen laten opgaan.>
Tekst boven slang met bavianen-hoofd (2x): (391)
<Hij leeft van de stemmen van de goden die op aarde zijn.
Hij komt binnen en gaat voort,
Hij brengt de zorgen van de levenden over aan deze grote god,
dag na dag, zonder gezien te worden.>
Tekst in de wegen:
<Geheime weg van het Imhet,
waarop deze god wordt voortgetrokken.
Het is het gruwel van Nehes (Seth).
Poort van het Westen.
Het geheime weg van het land van Sokar,
waarop Isis binnentreedt,
om achter haar broer te staan.
Het is gevuld met de vlammen,
van het vuur van de mond van Isis.
De goden, gezegenden (Akh-geesten) en doden,
kunnen er niet op voortgaan.
De mysterieuze weg van het land van Sokar
en de Westerlingen die deze god trekken,
waarop de goden, de gezegenden (Akh-geesten)
en de doden niet voorbij gaan.
Het is gevuld met vlammen van vuur,
uit de mond van de Wamenty-slang, ‘van de Bradende Vlam’.>
Het beneden register wordt ‘toegang tot geheime pad’ genoemd. De toegang naar de heuvel wordt bewaakt door vier goden-hoofden(387-390). Boven hun hoofd dragen ze het teken voor vuur. Een slang, met bavianenkop(391) op zijn kop, kruipt naar het ovaal. Dit pad is afgesloten door twee deuren. Tussen deze deuren kijken we naar ‘Sokar’. Het pad vormt een Pyramide.
Namen van de goden in de zandweg en binnen het ovaal:
392 ( 2x leeuwen met mensenhoofden) Vlees (van Aker)
393 (god met valken-hoofd binnen ovaal): Vlees van Sokar die op zijn zand is
394 (gevleugeld slang binnen het ovaal): Grote God, die (zijn) vleugels spreidt met veelkleurige pluimen.
Tekst naast elk van de Aker-leeuwen: (392)
<Vlees (van Aker) . Hij ademt (leeft) van de stem van de god.
Wat hij heeft te doen is zijn beeld bewaken.>
<Vlees van Aker). Hij ademt (leeft) door de stem van de god.
Wat hij heeft te doen is zijn beeld bewaken.>
Tekst bij de gevleugeld serpent binnen het ovaal: (394)
<Hij leeft van de adem van zijn mond dag na dag. Wat hij heeft te doen is zijn beeld bewaken. de grote God, die (zijn) vleugels spreidt met veelkleurige pluimen.>
Tekst bij het ovaal van Sokar:
<Aker die waakt over het mysterieuze vlees.
Land van Sokar.
Tekst boven het ovaal van Sokar:
Deze beeltenis bestaat op deze wijze in de volslagen duisternis.
Het ovaal dat tot deze god behoort is verlicht,
door de twee ogen van de hoofden van de grote god (de slang).
Zijn twee voeten glanzen in de kronkels van de grote god,
terwijl hij zijn beeld beschermt.
Een geluid wordt gehoord uit dit ovaal,
nadat deze grote god hen is gepasseerd,
zoals het donderen van de hemel wanneer het stormt.>
Onder de piramide bevindt zich de ovale grot van Sokar. Dit gesloten systeem, is ingebed tussen twee naar buiten gerichte, bebaarde hoofden. Dit is de dubbele sfinx Aker(392), een oergod van de aarde. In de verborgen grot grijpt Ra(393), in vorm de valken-hoofdige zonnegod Sokar, de vleugels van de veelkoppige slang(394). De slang heeft aan de ene kant een mensenhoofd en aan de andere kant drie slangenkoppen. Het is een belangrijk moment. Het beeld de vereniging uit van Sokar-Osiris met Ra.
De hiërogliefen tekst zegt dat de hele grot gevuld is met de vlammen uit Isis haar mond. Hieronder bevindt zich de poel van vuur. Het biedt verkoeling aan de gezegende doden, maar het is een plaats van straf en brandend vuur, voor veroordeelden en vijanden.
395 (slang rechts van het ovaal): ( Wamenty-Slang van de) Bradende Vlam.
396-399 (goden met regalia)
400 (slang staand op staart): Wamenty-slang
Reliëf van KV 17, het graf van Seti I
Gang D
Amduat, einde van het 5e uur. Detail, god 397-399
Tekst bij de slang rechts van het ovaal:(395)
<Hij leeft van de vuur uitbarsting die in zijn mond is.
Wat hij te doen heeft is het ovaal bewaken,
zonder naar een andere plaats in de Onderwereld te gaan.>
Tekst bij de goden met regalia:(396-399)
<Goden onder de geheime beeltenis van Sokar, die op zijn zand is.
hun beeltenis komt uit hen, uit hun eigen lichaam.
Zij zijn in het gevolg van deze grote god,
onzichtbaar en onwaarneembaar.>
Tekst bij de slang staand op zijn staart: (400)
<Hij komt en gaat en hij passeert en hij opent ‘Het mes’ (deur)>
Tekst onder het register, in het meer van vuur:
<Het wateren die de goden die in het Imhet zijn betreuren,
de bark kan niet langs hen en zij die in de onderwereld zijn
kunnen geen gebruik maken van hun water dat in de necropolis is,
hun water is vuur voor hen die zich daarin bevinden>
Voorbij Aker kruipt een slang(395) richting de vier gehurkte goden. Twee goden kijken achterwaarts(396-397) en twee kijken voorwaarts(398-399). Op hun knieën dragen ze hoofdtooien, welke gedragen worden door de zonnegod. Dit zijn de witte en rode kroon, een ramstooi en de dubbele veer. Kronen symboliseren macht. Ze zijn essentieel voor de verjonging. Deze goden zijn de bewakers van de kronen. De deur wordt bewaakt door een slang(400) die op zijn staart staat.